Vleermuizen

Vleermuizen huizen ’s zomers graag in oude gebouwen. Ze overwinteren in ijskelders, forten en mergelgroeven. Om binnen te komen is een spleet ter grootte van een brievenbus al voldoende. De meeste vleermuizen komen nooit in aanraking met mensen. Andersom geldt dit dus ook. Er zijn maar weinig mensen die een vleermuis van dichtbij hebben kunnen bekijken.

Toch kan het gebeuren dat een directe ontmoeting plaats vindt, wanneer vleermuizen uw woning als (tijdelijke) verblijfplaats kiezen. Vleermuizen zitten daar vooral op plekken waar mensen niet bij kunnen komen, zoals in de spouw of onder de dakbedekking. Ook achter betimmering, daklijsten of in dubbelwandige schoorstenen vinden vleermuizen soms een geschikt onderkomen.

Wanneer vleermuizen van uw huis gebruik maken en u bang bent dat de vleermuizen overlast gaan veroorzaken, is het goed het volgende te bedenken:

  • Vleermuizen ‘hangen’ slechts in bestaande ruimten en daar profiteren ze van de beschutting, rust en warmte.
  • Vleermuizen maken géén nest en dus slepen ze ook géén nestmateriaal naar binnen.
  • Vleermuizen zijn insecteneters en knagen dus niet.
  • Vleermuizen brengen geen parasitaire ziekten over op mensen of huisdieren; de parasieten zijn gebonden aan vleermuizen. Zelfs als ze op onze huid zouden komen (wat nauwelijks voorkomt), bijten ze ons niet.
  • Vleermuizen krijgen slechts één jong per jaar, zodat een kolonie zich nooit massaal uitbreidt.
  • De kolonie maakt slechts voor korte tijd gebruik van uw huis. Vleermuizen zijn het meest kwetsbaar op de plek waar ze op een kleine oppervlakte in groepen bij elkaar zitten, dus de kolonie-verblijfplaats. Een ongeluk op zo’n kolonie-plaats kan catastrofale gevolgen hebben voor het vleermuizenbestand in een groot gebied! De kolonie is daarom van levensbelang voor het voortbestaan van de soort.
  • Vleermuiskeutels tasten lak-, verf- of hout absoluut niet aan en in de meeste gevallen verricht een bezem wonderen. Mochten de uitwerpselen te veel worden, dan kan de bevestiging van een plankje, zo’n 50 cm onder de invliegopening, het probleem al grotendeels oplossen.

Let er op als u gaas plaatst tegen vogeloverlast dat er voldoende spleten, ook aan de dakvoet,  voor vleermuizen overblijven om binnen te komen.

 

Deel dit artikel: LinkedIn Google+