Het ligt voor de hand om hierbij te grijpen naar moderne methoden en materialen. In de nieuwbouw hebben die immers veel succes. Maar de moderne aanpak leent zich vaak veel minder goed voor historische woonhuizen.
Behoorlijk ingrijpend
Ten eerste kunnen nieuwe methoden bouwtechnisch behoorlijk ingrijpend zijn. Dat verdraagt zich vaak slecht met de historische constructie. Als bijvoorbeeld vanwege na-isolatie het dakbeschot 15 centimeter dikker wordt, kan dat allerlei bouwkundige complicaties opleveren. Daarnaast zijn historische huizen niet altijd goed berekend op de eigenschappen van moderne materialen. Dit speelt bijvoorbeeld op het gebied van ventilatie. Veel historische constructies en materialen ‘ademen’. Toepassing van moderne, afsluitende materialen kan zorgen voor vochtproblemen en erger.
Aanmerkelijk kostbaarder
Verder is de nieuwe technologie vaak aanmerkelijk kostbaarder dan de traditionele. Het is goed te bedenken dat historische huizen zijn ontworpen voor het gebruik van hun tijd. Het moderne stook- en ventilatiegedrag kan daar sterk van afwijken. Niet alleen ligt de gewenste temperatuur tegenwoordig meestal enkele graden hoger, er worden ook meer vertrekken verwarmd. Zolders, kelders, gangen en bijkeukens werken hierdoor minder goed als thermische buffer. Sommige historische constructies en afwerkingen kunnen zelfs schade ondervinden van de moderne regulering van warmte en vocht.
Nooit?
Het voorgaande betekent natuurlijk niet dat er in een historische woning nooit een moderne maatregel mag worden getroffen. Maar het is wel verstandig om éérst na te gaan wat er met de traditionele methoden en voorzieningen kan worden bereikt. Door deze, eventueel na herstel, weer in gebruik te nemen, kan vaak het wooncomfort worden verhoogd, terwijl er ook energie wordt bespaard.